‘Je doet sociaal medische beoordelingen, maar je kijkt en luistert ook naar de persoon die voor je zit’
Jelmer is AIOS bij UWV in Heerlen en heeft een brede interesse binnen de geneeskunde. Naast psychologie werd hij aangetrokken door de fysiologie, de biologie, de pathologie van ziekte en van de lichamelijke werking. Ook orthopedie leek een optie, totdat hij ontdekte dat één op de acht jonge klaren werkloos is. Werken in het ziekenhuis wilde hij niet en toen kwam hij al gauw in de sociale geneeskunde terecht. Tijdens een sabbatical van zijn opleiding tot huisarts, zocht Jelmer naar een tijdelijke uitdaging en kwam bij UWV terecht. En hij ging niet meer weg.
Het allerleukste aan zijn werk, vindt hij het cliënt contact: ‘Daarin voor mij persoonlijk wat meer de voorkant. Vooral werken met cliënten in de ziektewet, omdat dat een combinatie is van alles wat ik hiervoor heb gedaan. Het is de psychologische toepassing, het orthopedische lichamelijk onderzoek en inzicht in het lichamelijk kunnen. Plus, het soort van huisarts-geneeskundig werk waarin je de hele problematiek moet uitfilteren, deze op de juist wijze moet toepassen en daarin dan ook nog eens iemand ‘moet’ helpen naar herstel.”
Als arts arbeid en gezondheid zit je volgens Jelmer met een dubbele pet op: ‘Je doet sociaal medische beoordelingen, maar je kijkt en luistert ook naar de persoon die voor je zit. Wanneer iemand ziek is, brengt dat economische instabiliteit en onzekerheid met zich mee. Dus op het moment dat je beseft dat er straks geen cent meer op je rekening staat, dan is het lastig om aan je herstel te werken.’
Jelmer: ‘De ruimte die we kunnen bieden aan cliënten, komt door de tijd die we krijgen. En dat voelt echt als een verademing vindt hij. ‘Als ik iemand volledig in een ziektelast zie zitten, heb ik een uur de tijd - en als ik wil nog langer - om de cliënt inzicht te geven in zijn ziekte en om hem daar vervolgens in te begeleiden. We zijn het niet altijd met elkaar eens, maar cliënten voelen wél dat er naar ze geluisterd wordt en er begrip voor hun situatie is. Tot nu toe zijn we er gelukkig altijd samen uitgekomen.’
Beoordelen of iemand arbeidsgeschikt of ongeschikt is, is heel zwart-wit en juist het grijze gebied binnen zijn werk vindt Jelmer interessant; ‘Het mooie in dit vak en hetgeen waar je de diepte in kan leggen, is achterhalen waarom iets niet gaat. Niet dát iets niet gaat, maar waarom iets niet gaat en of de cliënt daar eventueel zelf iets aan kan doen. Vervolgens kun je iemand daarin ook echt gaan begeleiden en sturen.’
Stel je voor dat je opmerkt dat een cliënt de arm niet meer kan bewegen en hierdoor niet meer in staat is om werkzaamheden in de supermarkt uit te voeren. De vragen die je hierbij dus stelt zijn: ‘Waarom kan de cliënt haar arm niet meer bewegen? Ze is ook al meerdere keren naar de fysiotherapeut geweest, maar waarom is haar arm dan nog steeds niet hersteld? Dan blijkt uit haar verhaal dat ze in een scheiding ligt of haar man haar slaat. Het zogenoemde grijze gebied dus. En dat maakt de situatie van deze cliënt ineens een stuk complexer.
Het vraagt van een arts dat je goed kunt filteren in het verhaal van de cliënt. Dus door de vraag achter de vraag te stellen en tussen de regels door te lezen en hiermee te achterhalen wat de oorzaak is van de klachten. Dit zijn geen vaardigheden die je leert tijdens de geneeskunde studie. Deze skills heeft Jelmer meegenomen van zijn opleiding tot huisarts, welke hij nu mooi kan inzetten in zijn werk als AIOS bij UWV.
De uitdaging zit ‘m voor Jelmer vooral in de vervolgstap: een cliënt inzicht geven in de ziekte en indien mogelijk, de cliënt de regie laten pakken in zijn of haar herstel. ‘Als iemand al 2 jaar lang ziek is dan word je ook ziek. Als er al twee jaar tegen je gezegd wordt dat je dingen niet kan, dan ga je dat vanzelf ook geloven en voelen en dan ga je daar ook vanzelf naar acteren. Je komt vast te zitten in je eigen ziektebeeld’.
Jelmer heeft als AIOS helemaal zijn draai gevonden: ‘Ik ga met plezier naar mijn werk toe en wat ik nog belangrijker vind, ik ga ook met plezier weer terug naar huis. Iets moois aan het verzekeringsgeneeskundige vak is dat je werkdag aan het eind van de dag ook echt klaar is. Er zijn niet per se nog heel veel losse eindjes. Wat niet willen zeggen dat je natuurlijk niet nog uren kunt verder werken. Een verslag is nooit af als je er nooit een punt achter zet. Aan jou om die punt dus wel te zetten.’
Van plan om ‘stil te zitten’ is Jelmer ook niet, want hij heeft grootse plannen als het gaat om zijn ambities. Zo gaf hij aan dat hij ambieert door te groeien richting het onderwijs of management. Momenteel begeleidt hij coassistenten en onderzoekt hij de mogelijkheden om zelf onderwijs te geven. Er bestaat zelfs de optie om naast zijn opleiding tot arts arbeid en gezondheid ook te starten met de managementopleiding. ‘Mooi dat dit alles mogelijk is binnen UWV en ook gefaciliteerd wordt.’
Wat ik zou willen meegeven aan (toekomstige) artsen? ‘Kijk eens tijdens de studie of in je huidige werkveld hoe het ook anders kan. Bedenk nog eens waarom je voor geneeskunde hebt gekozen en kijk of je dat nog terugvindt in je werk en of het past in het leven dat je voor ogen hebt.’
Geneeskunde wordt vaak nog door artsen in het ziekenhuis neergezet als een roeping en niet als een vak. ‘’Je hebt zelf bepaald dat je arts wil worden en dat je 80 uur per week gaat werken. Dat is nou eenmaal hoe het is.’’ Dit kan volgens Jelmer dus anders. ‘Het kan juist zo mooi zijn om daar eens een keer bij stil te staan en om te onderzoeken hoe het buiten het ziekenhuis is want het is ook gewoon een baan en niet je leven.’